Glooiende heuvels, chique boerderijwinkels, Britten in waxjassen die hun labrador uitlaten: het is goed toeven in de Engelse Cotswolds, een gebied op zo’n twee uur rijden van Londen. Een pleidooi om je citytrip eens te combineren met dit stukje Engeland óf de hoofdstad helemaal links te laten liggen.
Engeland is meer dan…
Voor veel mensen staat Londen hoog op de wensenlijst. De aantrekkingskracht van deze – haast sprookjesachtige stad – is nu eenmaal groot. De rest van Engeland wordt echter vaak vergeten. Een beetje zoals hoe veel mensen naar Nederland kijken: “Amsterdam is toch dat land naast Duitsland?”. Zonde, want ook buiten de grenzen van de Britse hoofdstad is het goed toeven. Heel goed toeven. Zeker als je een uitstapje naar de Cotswolds maakt!
De hoogtepunten van de Cotswolds
Mijn liefde voor het Engelse platteland begon al vroeg. Als kind werd Pieter Post, dat zich tegen het decor van het Britse landschap afspeelt, tot in den treuren gekeken, en in m’n puberteit ruilde ik Pieter in voor Jude Law in The Holiday, dat zich tevens (deels) afspeelt op de glooiende, groene heuvels van Engeland. Het was dan ook een langgekoesterde droom die uitkwam toen ik afgelopen zomer de oversteek naar de westerburen maakte en koers zette richting de Cotswolds. Dit waren voor mij de hoogtepunten.
Cotswolds: Burford
Burford: toegangspoort van de Cotswolds
De Cotswolds ligt in Centraal-Engeland en beslaat de graafschappen Somerset, Warwickshire, Wiltshire, Oxfordshire, Worcestershire en Gloucestershire. Het gebied is aan elkaar geregen door idyllische, middeleeuwse dorpjes en stadjes en heuvelachtige natuur. Ik startte mijn tour door het gebied in Burford, waar je direct wordt ondergedompeld in de ultieme Cotswolds-ervaring. Dit stadje wordt ook wel de toegangspoort van de Cotswolds genoemd. Burford was van veertiende tot de zeventiende eeuw een centrum voor wolhandel, wat zo zijn sporen heeft nagelaten. Zo hebben veel straten hun namen te danken aan deze handel (denk aan Sheep Street en Tanners Street) en ook de panden die aan de steile hoofdstraat zijn gevestigd – waar nu voornamelijk antiekwinkels in te vinden zijn – dateren uit die tijd.
Dit wil je zien en doen in Burford
Mijn camera draaide overuren in het stadje, met name op het hoogste punt van de hoofdstraat, wat prima kan fungeren als decor van een Brits drama: Landrovers die bijna in scene gezet geparkeerd staan voor sprookjesachtige huizen; locals die in cafés nippen aan kopjes thee met een wolkje melk en de mooiste honden die in de groenstrook worden uitgelaten door hun keurige baasjes. Hoogtepunten in Burford waren voor mij Reavley’s Pharmacy – de oudste apotheek van Engeland, zo heb ik me laten vertellen – en het cafeetje Lynwood, waar ik de allerlekkerste scone die ik ooit at verorberde. Neem bij Lynwood ook zeker een zuurdesembrood mee voor een picknick onderweg: knapperiger en smakelijker wordt het niet. Wie gek is op de Engelse keuken kan aanschuiven in een van de vele pubs in het stadje, waar gerechten als pie & mash de menukaart domineren. Als je het stadje op het laagste punt van de hoofdstraat uitwandelt, stuit je nog op een mooi plaatje. De middeleeuwse toegangsbrug die over de rivier de Windrush buigt is namelijk nog altijd intact. Die brug zorgt er echter wel voor dat er maar een rijrichting tegelijk het stadje in- of uit kan rijden, wat nog weleens voor opstoppingen in de hoofdstraat zorgt.
Cotswolds: Stow on the Wold
Stow-on-the-Wold: handelsstadje op grote hoogte
De tweede stop – eigenlijk de derde, maar het plaatsje Bourton-on-the-Water wat ook wel het Venetië van de Cotswolds wordt genoemd reed ik heel hard voorbij (lees: massatoerisme) – werd Stow-on-the-Wold, ten noorden van Burford. Stow-on-the-Wold is van oudsher een handelsstadje omdat het op de kruising van belangrijke handelswegen lag, waaronder de Romeinse Fosse Way, én strategisch uitzicht had over de omliggende heuvels. Ook dit plaatsje floreerde tijdens de middeleeuwen in wol- en schapenhandel en wordt tegenwoordig graag bezocht door antiekliefhebbers.
Een van de mooiste dorpjes in Engeland
Stow-on-the-Wold wordt niet voor niets een van de mooiste plaatjes van Engeland genoemd: met name het marktplein in het centrum is een lust voor het oog. Schuif bij Lucy’s Tearoom of Huffkins aan voor een typische Engelse high-tea, neem een kijkje in de bibliotheek dat tevens fungeert als bezoekcentrum of ga shoppen in een van de vele kleinschalige winkeltjes. De hoogtepunten in Stow-on-the-Wold voor mij waren Roly’s Fudge Pantry, waar live een enorme hoeveelheid fudge werd klaargemaakt door de vriendelijke eigenaar, en Jaffé and Neale, een boekwinkel annex café waar je het prima een middagje volhoudt met liters thee en eindeloos veel boeken om je heen.
Cotswolds: Daylesford Farm
Daylesford Farm: Britser wordt het niet
De derde stop in het noorden van de Cotswolds, net buiten Stow-on-the-Wold was Daylesford Farm, waar een foodie het met gemak een dagdeel uithoudt. Daylesford Farm is het beste te omschrijven als een chique boerderijwinkel. Het bestaat uit een winkel (waar je dagelijkse boodschappen zoals groente, fruit, vlees, zuivel en brood kunt kopen) een deli (voor verse maaltijden), een restaurant dat open is voor ontbijt, lunch en diner, een café en een interieurwinkel. Daarnaast heeft Daylesford cottages waar je kunt overnachten en is er een kookschool aanwezig. Een ideale stop tijdens een roadtrip dus. Regelmatig worden er leuke evenementen georganiseerd, maar ook op een normale doordeweekse dag heb je er prima vermaak. Het rijdt er namelijk af en aan met welgestelde Britten in Landrovers – al dan niet met hun hond – wat het er heerlijk mensen-kijken maakt. Honger gekregen maar eet je liever iets meer low-key? Dan is The Fox Inn in het nabijgelegen gehucht Broadwell een aanrader, een traditionele pub waar hoofdgerechten als roasted ham en nagerechten als sticky toffee pudding op het menu staan.
Cotswolds landschappen
Kronkelende wegen en uitgestrekte weilanden
Tot slot misschien wel het grootste hoogtepunt van de Cotswolds: het landschap. Hoe leuk het ook is om alle hotspots van de stadjes en dorpjes in de Cotswolds af te gaan, het allerleukste is het om door het prachtige landschap te slingeren. De kleine wegen waar je regelmatig in de berm moet om elkaar te passeren, de middeleeuwse cottages die boven hun omliggende weilanden uitstijgen. Charmanter wordt het niet. Door het hele gebied zijn ook geweldige wandelpaden aangelegd die je door bossen en weilanden voeren. Na zo’n tocht kun je met een gerust hart in de pub neerstrijken.
Hoe kom in de Cotswolds en hoe plan je je vakantie?
Reis naar Cotswolds met de auto: Wanneer je met de auto reist, kun je op verschillende plekken de oversteek met de boot naar Dover in Engeland maken. Zo gaan er meerdere keren per dag ferry’s van verschillende maatschappijen vanuit Duinkerken (Frankrijk), Calais (Frankrijk) en Hoek van Holland (Nederland). Vanuit Frankrijk is de overtocht het kortst, vanuit Nederland zit je wat langer op het water. Ook kan je de trein pakken die in slechts een half uurtje door de Eurotunnel zoeft. Je gaat dan met auto en al de trein op. Handig! Vanaf Dover is het een kleine drie uur rijden naar het hart van de Cotswolds.
Met het vliegtuig en openbaar vervoer naar Cotswolds: Geen auto tot je beschikking? Dan kun je het beste het vliegtuig of de trein naar Londen pakken en daar een auto huren. Vanaf Londen is het een kleine twee uur rijden naar de Cotswolds. Geen rijbewijs of reis je liever op een duurzamere manier met het openbaar vervoer? Vanaf London Paddington pak je de trein naar Oxford, wat nét buiten de Cotswolds ligt en een goede uitvalsbasis is om het gebied te verkennen. Check deze website voor meer informatie over het openbaar vervoer in de Cotswolds zelf.
- Koop via NSInternational je treinkaartje naar Londen
- Vergelijk vliegticket prijzen naar Londen
- Huur een auto in Engeland via Sunny Cars (waarom? hier betaal je een all-in huursom zonder gekke extra kosten!)
Nog een paar kleine tips als je met een Nederlandse auto in Engeland rijdt:
De snelheidsborden langs de Engelse wegen worden in miles aangegeven. Niet in kilometers. Ga dus niet 30 rijden als je dat op de borden ziet staan; dan rij je al snel een kilometer of twintig te langzaam.
De lampen van Europese auto’s zijn zo ingesteld dat ze omhoog schijnen zodat verkeersborden in het donker goed uitgelicht worden. Wanneer je vervolgens met zo’n Europese auto aan de linkerkant van de weg rijdt, schijnen diezelfde lampen precies in de ogen van de bestuurder aan de andere kant van de weg. Een simpele oplossing voor dit probleem is je lampen afplakken met zwart tape, maar je kunt ook speciale plaatjes bestellen die je voor je lamp plaatst.
Reis je met z’n tweeën? Dan is het handig als de bijrijder ook goed oplet in het verkeer. Op sommige plekken is het namelijk lastig te zien of er tegenliggers aankomen voordat je de weg op draait. De bijrijder heeft regelmatig beter zicht op de weg dan degene achter het stuur.
Overnachten in de Cotswolds
Ik had de luxe om met een camper door de Cotswolds te toeren, waardoor ik niet op zoek hoefde naar een slaapplek. Maar veel moeite zal het je niet kosten: in werkelijk elk dorpje is een pub met een bijbehorend hotelletje of een kleine Inn te vinden! Een paar mooie accommodaties die wij op Booking.com tegenkwamen zijn:
Beste seizoen om naar Engeland te gaan?
Dat het in Engeland vaak regent is je vast bekend. Maar laat het je vooral niet tegenhouden! De regen maakt ook heus plaats voor de zon en op druilerige dagen is het extra fijn om een warme pub in de duiken. Ik bezocht de Cotswolds in de zomer, wanneer je de meeste kans op zonnestralen hebt, maar eigenlijk is voor ieder seizoen iets te zeggen. In het voorjaar staat alles in bloei, in de herfst kleurt de natuur er in prachtige oranjetinten en in de winter maakt de kerstversiering het er extra idyllisch. Whatever the weather, gewoon gaan dus!