Het is 1 oktober. Ik wandel op de Camino. Door mijn werk als filmmaker loop ik met een groep blinden en slechtzienden mee. Samen met mijn collega Geesje interviewen we de wandelaar over hun belevenissen. De pelgrimsroute naar Santiago de Compostella (ook wel Sint Jacobsroute genoemd) is de pelgrimsroute naar het graf van de apostel Jakobus in Spanje. Vroeger was dit een belangrijke verkeersas die van Nood-Spanje naar de Pyreneeën liep. Volgens een legende zou het graf van de apostel Jakobus, één van de discipelen van Jezus, hier ook liggen.
Blind een pelgrimstocht maken…
We starten in Ponferrada, ietwat verderop in de route. Het bewandelen van de Camino kost voor een slechtziende namelijk veel meer energie, gezien alle andere zintuigen maximaal open staan. Uiteindelijk zal de groep ongeveer zes tot zeven uur per dag wandelen. Ik bereid me goed voor. Niet alleen oefen ik met een zogeheten ‘koker bril’, waarin ik net zo weinig zie als de meeste slechtzienden, maar ook fysiek ga ik aan de slag.
Blaren tijdens trainingen
Als filmmaker sjouw ik met kilo’s apparatuur en wandel voor- achter- en zijwaarts om juist dat éne shot te creëren. Opzich wel handig dat je hielen en schenen dan wat getraind zijn. Een maand van te voren kocht ik dan ook stevige wandelschoenen. De eerste dagen met die dingen aan waren verschrikkelijk. De vellen hingen aan mijn hakken. Ik oefende in de Ardennen omdat hier de hellingen en afdalingen vergelijkbaar zijn met Spanje en uiteindelijk ben ik blij dat ik het gedaan heb. Iedereen die van plan is om de Camino te bewandelen raad ik ook echt aan om minstens vijf weken de tijd te nemen om te trainen.
Gesnurk in de herbergen
De bus zet ons af bij de herberg in Ponferrrada waar de groep direct werd uitgedaagd. Slapen in stapelbedden en backpacks die structureel moesten worden ingepakt. Na een nacht vol snurkgeluiden en in de ochtend heerlijke croissantjes, vertrekken de wandelaars met hun buddy’s richting de volgende herberg. De een loopt met een stok, de ander met een lint.
Uitgeput doorgaan op Camino
Onderweg hoor je de verhalen van talloze andere pelgrims. Er wandelen bijzonder veel Canadezen en Amerikanen op de Camino en iedereen zegt elkaar gedag met “Buen Camino”. De route is gemarkeerd met borden met daarop een sint-jakobsschelp op een blauwe ondergrond en gele pijlen. Het voelt een beetje als spoorzoekertje. Je hoort veel verhalen waarom wandelaars deze tocht ondernemen. Je merkt al snel dat veel mensen met dezelfde thema’s in hun leven worstelen en door de Camino te bewandelen proberen vele mensen inzicht te krijgen.
Spiritueel of religieus?
Het is bijzonder om in Santiago de Compostella aan te komen. Deze kleine stad is één van de belangrijkste christelijke bedevaartsoorden. Alle routes komen hier samen. De ene wandelaar heeft twee weken gelopen en de ander is al maanden onderweg. Iedereen heeft zo zijn eigen reden om mee te doen. Als je aankomt op het centrale plein voor de Kathedraal en je paspoort bij het Pelgrim’s kantoor gaat inleveren, zijn er drie keuzes: Religieuze, spirituele of cultuurhistorische / sportieve beweegredenen. Ten slotte kun je in de kathedraal het Sint Jakob beeld omhelzen. Daarna ben je ‘pelgrim af’.
>Het meest westelijke stukje grond van Europa
Eenmaal aangekomen in Santiago de Compostela kun je ervoor kiezen om door te wandelen naar Finisterre en kost je gemiddeld zes dagen. Een goedkoop Bla Bla Car ritje bracht mij naar de kust van Finisterre, want deze week ben ik even vrij van het filmen en hoef ik zelf niet meer te wandelen. Je kunt natuurlijk ook mee met de vele touringcars en organisaties mee die meer geld vragen. Deze kust is het meest westelijke stukje land in Europa, wat ook wel wordt benoemd als “het einde van de wereld”. De Pelgrim’s verbranden hier hun kleding. Als je op de klif staat en je uitkijkt over de horizon, zie je de bolling van de aarde. Wandelaars nemen soms een attribuut (of een brief) die symbool staat voor de vragen waar je mee zit. In Finesterre laat je deze achter en daarmee ook jouw worsteling.
September & Oktober, perfecte herfstmaanden
Mocht je overwegen de Camino te bewandelen, dan raad ik je aan om buiten de zomermaanden te starten. Jaarlijks lopen er namelijk tienduizenden mensen en met name in het laatste stuk is het druk. Je ontvangt namelijk al een officiële “Compostela” bij het wandelen van de laatste 100 kilometer. Wil je geen kuddegevoel krijgen, dan is het einde van september en oktober met haar vallende dieprode herfstbladeren een prachtige wandeltijd.
Deze tekst & foto’s zijn gemaakt door Marleen Hoftijzer