Welkom in Noord-Korea. Of eigenlijk, welkom in de DPRK: Democratic People’s Rebpublic of Korea. Er kunnen weinig termen bedacht worden die minder van toepassing zijn op dit land. Er zijn in DPRK slechts drie regels waaraan toeristen zich moeten houden.
Regels in Noord-Korea voor toeristen
Regel 1: Respecteer de leider. Dit gebeurt op allerlei manieren, merk ik gedurende de reis. Zo mag je iets waarop een foto van de leider staat (zoals een krant) niet vouwen, kreuken, verfrommelen of je kop koffie erop zetten. Verder buig je voor standbeelden van de leider, leg je er bloemen bij neer, maar bovenal uit je geen kritiek op de leider en het systeem.
Regel 2: Maak geen foto’s zonder eerst toestemming te vragen. En maak sowieso geen foto’s van militaire objecten (en die zijn er veel), mensen, vanuit de bus als we onderweg zijn of van gebouwen/beelden die nog in aanbouw zijn of opgeknapt worden.
Regel 3: Zonder de gidsen mag je nergens heen. Sterker, zonder de gidsen kán je nergens heen. Alleen binnen hotels kan je vrij rondlopen, maar zelfstandig naar buiten gaan mag en kan (er staat een hek omheen) niet. Met deze laatste regel ben je in één klap je vrijheid kwijt, maar zo werkt het hier: geen vrijheid, geen eigen keuze.
Weinig toeristische plekken
Er zijn niet zoveel plekken in dit land waar je als toerist heen mag. Wij bezoeken bijna al deze plekken en zijn overal de enige bezoekers. Alles gaat over de leider, voornamelijk over de Kim Il Sung (Great Leader) en af en toe over Kim Jong Il (Great General). Musea die we aandoen gaan over niets anders dan de keren dat de leider op die plek is geweest, wat hij toen zei, waar hij precies stond en uit welk kopje hij koffie dronk (!). Plekken waar hij geweest is veranderen in revolutionary sites en worden een soort bedevaartsoorden waar bloemen bij beelden worden gelegd.
Ver verleden en geweldige natuur
Een enkele keer doen we buiten de steden een toeristische spot aan die gaat over het verre verleden van het land, over de Koryo Dynastie in de periode dat de twee Korea’s nog één land waren. Tombes en tempels zijn prachtig onderhouden en dit in combinatie met de geweldige natuur laat een heel ander Noord-Korea zien, een aangename afwisseling. Qua natuur is het een prachtig land, heel groen, mooie heuvels en glinsterende rijstvelden. Aan twee kanten zeekust, met witte stranden en idyllische baaien met kleine eilandjes ervoor.
Pyongyang en andere steden
Andere steden waar we komen zijn niet zo groots opgezet als Pyongyang, maar evengoed is duidelijk te zien dat het systeem zijn werk doet. Alle huizen zien er nagenoeg hetzelfde uit, mensen zijn allemaal aan het werk, er wordt veel gebouwd en verbouwd. Honderden, misschien wel duizenden mensen zijn een nieuw trottoir aan het aanleggen langs een kilometerslange weg. Fysiek zwaar werk, maar iedereen doet mee: jong (kinderen) en oud, man en vrouw.
Paranoïa
De mensen krijgen beperkte informatievoorziening, zij leren een heel andere geschiedenis dan wij en hebben niet de mogelijkheid om er andere bronnen op na te slaan. Wij hebben dat ook niet, gezien er geen telefonisch bereik is en al helemaal geen internetverbinding. Gelukkig heb ik de Westerse reisgids om elke dag op te zoeken wat de andere kant van het verhaal is van wat we die dag gehoord hebben. Maar toch merk ik aan mezelf dat zo’n brainwash heel snel gebeurt. Ik begin dingen die ons verteld worden soms wel aannemelijk te vinden – waarom zou dat eigenlijk niet waar zijn? Het is heel raar en ergens ook eng om aan jezelf te merken dat dit gebeurt, en nu zo terug thuis al bijna niet meer te geloven. Het maakt het wel begrijpelijker waarom het daar zo kan gaan.
Kan je kritische vragen stellen?
Uit angst om verkeerde dingen te vragen durf ik op een bepaald moment bijna niks meer aan de gidsen te vragen na twee keer een kleine aanvaring toen ik te kritisch was. Mijn vriend en ik gaan elk kleine vraagje overleggen om te dubbelchecken of het geen rare vraag is die verkeerd kan vallen.
Zonder gids kom je nergens en ze weten álles
We worden nauwlettend in de gaten gehouden want de gidsen zijn continue bij ons. Overal worden we begeleid, en het liefs met een busje recht voor de deur afgezet zodat we zo min mogelijk zelf rond hoeven te lopen. We lopen maximaal van het busje naar een beeld of museum en terug.
Ook binnen hotels weet iedereen precies waar we ons bevinden. Ik ga een keer met de trap naar de 41e verdieping van het hotel, om dat we overdag geen lichaamsbeweging hebben en ik rusteloze benen krijg van dagenlang stil zitten. De volgende dag vraagt een van de gidsen, die zelf helemaal niet in de buurt was op dat betreffende moment, waarom ik dat gedaan had. Iemand van de receptie had deze opvallende actie blijkbaar doorgegeven.
Gevoel van vrijheid in en na een reis naar Noord-Korea
Eenmaal terug in Beijing merk ik dat ik ontzettend geniet van mijn vrijheid in de meest simpele zin: Een stuk wandelen en zelf bepalen of ik links of rechtsaf sla. Naar buiten gaan als ik dat wil. Negen dagen je vrijheid inleveren is een aparte ervaring, maar het opent wel je ogen over hoe het ook kan gaan in deze wereld.
En, al zin om te gaan? Ik ben benieuwd hoe andere tegen zo’n ervaring aan kijken! Lees hier meer over het regelen van een reis naar Noord-Korea.