Voor wie gek is op onontdekte plekjes, zijn de Filipijnen absoluut een paradijs! Van de meer dan 7.000 eilanden, is slechts een handje vol echt ‘toeristisch’. Palawan is prachtig en populair, evenals Cebu en Bohol. Siquijor begint ontdekt te worden en ook de rijstvelden in Luzon doen het goed. En vergeet de witte stranden van Boracay niet! Het eiland dat zodanig veel toeristen moest opvangen, dat het in 2018 (tijdelijk) gesloten is. En hoewel al deze eilanden een bezoek meer dan waard zijn, zijn het zeker niet de enige pareltjes in het land. Er is nog zoveel meer buiten de gebaande paden! Hoog tijd dus om je kennis te laten maken met wat onontdekte highlights in de Filipijnen!
Is het lastig om deze onontdekte highlights te zien in de Filipijnen?
Helemaal niet! Off the beaten track reizen is hier niet lastig. Mensen spreken zeer goed Engels in de Filipijnen en zijn heel vriendelijk en behulpzaam. De kans dat je verdwaald, is klein. Wel is het zo dat op toeristische routes het vervoer beter geregeld is. Hier gaan extra bussen voor toeristen. Buiten de gebaande paden zul je het moeten doen met het openbaar vervoer, dus wellicht moet je wat vaker overstappen als je naar een van onderstaande highlights wilt.
Onontdekte highlights voor backpackers, maar niet per se voor de Filipino’s zelf!
Bedenk ook: Filipino’s gaan zelf ook graag in hun land op stap. Off the beaten track voor westerlingen, betekent niet meteen dat je ergens in je eentje in the middle of nowhere in een hut komt te zitten. Hoewel dat natuurlijk kan als je dat wil! Vaak zijn er overal wel restaurants, guesthouses en kan je makkelijk een bootje regelen om te snorkelen en eilanden te bezoeken. Het is alleen meer gericht op de lokale bevolking, dan op westerse toeristen. Wat ik zelf heel leuk vind! Filipino’s zijn vaak heel open, en heten je graag welkom.
Mijn favoriete hidden gems in de Filipijnen & onontdekte highlights
1. Batanes
De noordelijkste provincie van de Filipijnen bestaat uit 10 eilanden, waarvan er 3 permanent bewoond zijn. Het ligt middenin de oceaan. Dichter bij Taiwan dan bij de Filipijnen zelf. Locals zeggen dat je beter naar Hongkong kan vliegen dan naar Batanes, omdat de tickets bizar duur zijn. Meer dan 200, of zelfs 300 euro. Voor een inlandse vlucht is dat vrij veel. Toch is de Batanes video op mijn Youtube kanaal een van de meest bekeken video’s. Waarom? Omdat het een droombestemming is voor veel locals. Terwijl buitenlanders er nog nooit van gehoord hebben…
De Batanes zijn ‘the virgin islands’ en ze lijken absoluut niet op de plaatjes die je kent van de rest van het land. Vergeet witte stranden, koralen en vis. Deze eilanden zijn een mix van Schotland en Nieuw-Zeeland. Heuvelachtig, groen en ruw. Omdat er in het orkaanseizoen geregeld een storm langskomt, zijn de huizen hier helemaal op aangepast. Met dikke muren, opgebouwd uit kalksteen en koraal. Sommige staan er al meer dan 100 jaar, en staan op de Unesco Wereld Erfgoed lijst. En geen zorg! Buiten het orkaan seizoen kan je hier prima rondhuppelen.
Batan: De drie bewoonde eilanden die bij Batanes horen, kan ik je allemaal aanraden. Je vliegt op Batan, het enige eiland met een functionerend vliegveld. Hier kan je verschillende tours doen, langs de hoogtepunten van het eiland. Denk aan ruwe kustlijnen, lokale cafeetjes en natuurlijk de bijzondere stenen huizen. Je leert meer over de cultuur van de lokale bewoners: de Ivatan.
Sabtang: Met 30 minuutjes varen, sta je op Sabtang. Je kan dit eiland – de prachtige landschappen de huizen en de cultuur – makkelijk zien in een dag. Maar als je besluit langer te blijven, dan kan je in de vuurtoren blijven slapen. Of bij een van de bewoners in de woonkamer, als je niet van tevoren je verblijf regelt zoals ik. Met de zeewind die door de kieren waait als natuurlijke airco. Heerlijk!
Itbayat: Itbayat is mijn persoonlijke favoriet. Het is totaal off the beaten track, zelfs nog meer dan de rest van Batanes, omdat de boot rit erheen niet goed te boek staat. Twee uur over open oceaan in een hobbeldebobbel bootje. Voor vertrek worden er eerst spuugzakjes uitgedeeld. Euh…..ja. Maar laat je niet ontmoedigen! Er zijn ook dagen dat de zee zich koest houdt. Ik had mazzel en kwam met nog volle maag aan. Itbayat heeft veel grotten, en zo mogelijk een nog rauwer landschap dan de andere eilanden. Vooral de sunrise tour is fan-tas-tisch. Je vertrekt om 3u ’s morgens. Loopt een heel eind door weilanden en velden, en komt uiteindelijk in een soort Lord of the Rings achtig tafereel. Met hoge rotsen, en een prachtige zonsopkomst! Als je het eind van de wereld wilt vinden, zou dat hier weleens kunnen zijn.
Batanes, hoe kom je bij deze onontdekte highlight in de Filipijnen:
Vanuit Manila gaan er dagelijks vluchten naar Batanes. Ik kan je PAL aanraden. Op de eilanden zelf kan je met tricycles alles bereiken. En tussen de eilanden gebruik je de boot. Vroeger was er een vliegveld op Itbayat, maar dat is dicht.
En als je een boottocht tussen de eilanden lang vind duren, bedenk dan dat de mensen tot voor kort nog met de boot naar Manila gingen. Een onderneming die een week duurde en die behoorlijk riskant was!
Leuk om te weten: Op de eilanden kent iedereen elkaar, wat ervoor zorgt dat het een extreem veilige bestemming is. Laat je je tas op straat staan, dan staat hij er een week later waarschijnlijk nog. Als hij inmiddels niet naar je guesthouse is gebracht.
2. Sipalay
Ik had nog nooit van Sipalay gehoord, tot ik in mijn online zoektocht naar bizarre hotels over Takatuka Resort struikelde. Een hotel dat geïnspireerd is op de bizarre wereld uit het verhaal van Pipi Langkous. De kamers hier hebben elk een eigen thema, van slapen in een grot tot Rock en Roll, compleet met prikkeldraad en gitaren aan het plafond. Door dit hotel werd ik naar Sipalay getrokken en kwam erachter dat het een hele gave plek is.
Sugar Beach: Takatuka Resort ligt, met nog een aantal andere hotels, op Sugar Beach. Een plek die niet per weg bereikbaar is. Neem een tuktuk tot het water begint, en ga met de boot door de mangrove naar het dorp. Een prachtig tochtje! Vooral ’s morgens vroeg, als de jungle net ontwaakt. Sugar Beach zelf dankt zijn naam aan de vruchtbare omgeving. Naast veel rijstvelden, vind je hier ook veel suikerriet. Deze groene heuvelachtige omgeving is een prachtig decor tijdens een ontdekkingstocht langs de highlights. Ze leiden je naar verschillende uitzichtpunten, van waar je ook de vele groene eilanden voor de kust kan zien. Er zijn hangbruggen die je over de ondiepe baaien leiden, en infinity pools waarin je kan afkoelen zonder afscheid te hoeven nemen van het mooie uitzicht.
Danjugan: Een dagje Danjugan is ook echt een aanrader. Dit kleine eiland ligt ietsje verderop, en is een beschermd natuurgebied. Het heeft mangrovebossen, mooie baaien, stranden en prachtige koralen. Je kan hier ook slapen, van een basic hut tot een wat luxueuzere kamer met uitzicht op zee.
Sipalay, hoe kom je bij deze onontdekte highlight in de Filipijnen:
Hoe kom je er: Vanuit de populairdere plaats Dumaguete kan je met lokale bussen naar Sipalay. Je moet 2x overstappen en het kost je een dag reizen. Tenzij je een eigen busje huurt. Dat is sneller, maar ook een stuk duurder! Het verdient zich pas terug als je echt met een grote groep – min 10 mensen – bent.
Leuk om te weten: Tijdens de tour door de omgeving, kan je ook een lokale grot bezoeken. Mijn gids vertelde dat we daarvoor wel eerst een zaklamp moesten halen. Tot mijn verbazing bleek die zaklammp een oudere man te zijn met een gloeilamp aan een stok en een accu op z’n rug. Die zag ik even niet aankomen. De grot bezoeken is overigens zeer de moeite waard! Je loopt stroomopwaards de rivier in – trek stevig schoeisel aan – en eindigt in een magnifiek schouwspel van druipstenen, kabbelend water en donkere kamers.
3. Guimaras
Vanuit Sipalay reis je gemakkelijk door naar de zoetste mango’s ter wereld op het eiland Guimaras. Voor ik hierheen ging, kon ik moeilijk een beeld vormen van het eiland. Ik ging er vooral naartoe omdat het een makkelijke tussenstop is tussen Sipalay en de volgende locatie: Islas de Gigantes. Maar het eiland is zeker de moeite van een bezoek waard!
Eilandhoppen: De twee belangrijkste attracties zijn een landtour en een rondje eilandhoppen. Vooral de eilanden zijn mooi! Witte stranden, sandbars en prachtige snorkel plekjes. Als je een drone hebt, neem hem hierheen mee. Je kan prachtige beelden schieten vanuit de lucht.
Landtour: De tour over land vond ik iets minder bijzonder. To be fair: mijn reisbuddy en ik waren ook wel erg langzaam, dus we hebben niet alles kunnen zien. Je gaat langs een windmolenpark, een brouwerij en een mango farm. En je bezoekt een oude vuurtoren uit de tijd van de Spaanse overheersing. Als je deze tour wilt doen, neem dan zeker een taxi of huur een busje! Alles ligt ver uit elkaar en een tuktuk bezorgt je geheid een stalen achterwerk.
Mango’s: En proef dus ook zeker de mango’s hier. Ze zijn er trots op! Als je er in het juiste seizoen bent, zijn ze zoeter dan zoet en heerlijk zacht. Leuk om te weten: De mango’s hier zijn niet alleen ‘au naturel’ te verkrijgen. Ze worden ook verwerkt in koekjes, en snoepjes en ze beleggen er desgewenst zelfs je pizza mee!
Guimaras, hoe kom je bij deze onontdekte highlight in de Filipijnen:
Vanuit Sipalay kan je met de bus naar Bacolod. Vanwaar je met de boot naar Iloilo kan, om vanuit hier weer een boot naar Guimaras te pakken. Ik deed daar anderhalve dag over, maar dat komt ook omdat we in Bacolod nog iemand wilde opzoeken. Wellicht dat het dus sneller kan! Vlieg je op Iloilo city? Dan hoef je alleen maar 15 minuutjes met de boot om op Guimaras te komen.
4. Islas de Gigantes
Houd je van Coron en El Nido?! Grote kans dat je ook Islas de Gigantes tof zal vinden. Een eilandengroep voor de kust van het eiland Panay. Islas de Gigantes bestaat uit een aantal eilanden, met Isla Gigante Norte en Isla Gigante Sur als belangrijkste locaties. Vanuit hier kan je een aantal hoogtepunten van de omgeving zien. Ik was zelf verrast hoe mooi het hier is!
Lagoon: Er is een lagoon die echt doet denken aan een mini versie van Kayangan lake in Coron, vermengd met small lagoon in El Nido. Prachtig blauw en ondiep, met stijle kalksteenwanden die recht omhoog gaan. Verder zijn er stranden met zand zo fijn als op Boracay, er is een sandbar en het eiland Cabugao Gamay, van waar je de iconische foto maakt die je online overal ziet als je Islas de Gigantes googled.
Waar in El Nido alle eilanden vrij ver uit elkaar liggen, is alles hier op een steenworp afstand van elkaar. Wat eigenlijk wel heel prettig is. Je hoeft niet lang over ruige zee om ergens te komen, met hooguit een kwartiertje varen ben je op een nieuwe, mooie locatie.
Noorderlijke eiland: Wat je moet weten: Ik verbleef op het noordelijke eiland, waar je trouwens ook zeker een landtour moet doen! Je gaat naar de oude vuurtoren, maar ook naar de grotten. Hier liggen het leven en de dood vlak naast elkaar. Vroeger werd de grot gebruikt als begraafplaats. Er zijn dan ook meerdere menselijke resten gevonden. Tegenwoordig is het een schuilplaats voor de lokale bevolking in tijden van zware tyfoons. De grotten zijn groot en redden duizenden levens. Een bijzondere plek om te bezoeken.
Islas de Gigantes, hoe kom je bij deze onontdekte highlight in de Filipijnen:
Hoe kom je er: Vanuit Iloilo stad kan je naar Estancia, en vanuit hier met de boot. Vraag goed hoe laat de boten gaan! Ze gaan over het algemeen maar 1x per dag, dus je wilt hem niet missen. Vlieg je op Kalibo, dan kan je met het openbaar vervoer naar Carles en vanuit hier de boot pakken. Dit is een iets gangbaardere route, dus boten gaan net iets vaker. Maar ook niet de hele dag.
5. Antique
De provincie Antique ligt maar een paar kilometer ten zuiden van Boracay. En toch hebben zowel local als buitenlander geen idee van deze plek. Sterker nog: toen ik bedacht dat ik erheen wilde probeerde ik een vriendin uit Manila, een Filipina, te overtuigen met me mee te gaan. Ze weigerde. Islas de Gigantes, Guimaras, dat leek haar tof. Maar wat moesten we in Antique?! Daar is toch niks? Uiteindelijk ging ze mee omdat ze op het vliegveld een korte reportage over de provincie zag, en verbaasd was door de mooie beelden. Ik ben heel blij dat we uiteindelijk toch zijn gegaan.
Culasi: Als je naar Antique gaat, is Culasi een prima uitvalsbasis. Vanuit hier kan je naar Mararison (of Malalison), een eiland voor de kust dat wel wat weg heeft van Batanes. Het is een stuk kleiner en minder afgelegen, maar de heuvels hier deden me inderdaad erg denken aan de heuvels op Batan. Er is ook een sandbar, waar je kan uitrusten aan het eind van de dag.
Rijstvelden: Wat meer naar het zuiden kan je de waterval en de verborgen rijstvelden ontdekken. De rijstvelden lijken op die van Banaue, alleen dan kleiner en met – een stuk – minder toeristen. Vraag je gids of die na de waterval nog een stuk door wil lopen, zodat je meer van de rijstvelden kan zien. Ook worden hier de kawa bladeren geplukt, voor het bekende ‘kawa hot bath’. Na een lange wandeling kan je aan de rivier in een grote tobbe gaan zitten, met heerlijk warm water en medicinale bloemen en kruiden. Een fijne afsluiter van de dag.
Antique, hoe kom je bij deze onontdekte highlight in de Filipijnen:
Hoe kom je er: Vanuit Kalibo kan je met de bus naar Culasi. Dat duurt maar een paar uurtjes. Vanuit Islas de Gigantes is het zelfs in 1 dag te doen om naar Culasi te gaan. Vertrek ’s morgens vroeg met de boot en ga met het openbaar vervoer, via Kalibo, naar Culasi.
Leuk om te weten: Kalibo was het vliegveld van waar mensen massaal naar Boracay gaan. Ik zei het al: Boracay en Antique liggen echt vlak naast elkaar. Het is gek je te bedenken dat je zo dicht bij de populairste bestemming in de Filipijnen bent, en toch zo ver van de gebaande paden af! Ik ben heel benieuwd hoe lang deze provincie nog onontdekt blijft.
