Tibet is een plek die voor mij altijd tot de verbeelding heeft gesproken. Het ‘dak van de wereld’, de (nomaden)cultuur, de kloosters. Ik wilde het heel graag zien. Toen we besloten om naar China te gaan, wist ik het dan ook meteen: wij gaan naar Tibet! We boekten een vlucht naar Chengdu – de uitvalsbasis voor Tibet – en begonnen met de voorbereidingen voor onze trip. Maar dan komt het…
Als je naar Tibet wilt heb je een permit nodig…
Voor Tibet heb je een speciaal permit nodig. Je mag niet zelfstandig door dit land reizen, je moet met een organisatie mee. Wat niet goedkoop is. En je bent dus altijd ‘onder begeleiding’. Ik vind dat zelf niet de fijnste manier van reizen.
Of kan je ook individueel naar Tibet reizen zonder permit?
Nu wist ik natuurlijk al een tijd dat het zo werkt in Tibet. Ik had mijn research al wel gedaan. Maar wat ik me nog nooit gerealiseerd had, is dat je Tibet ook heel goed kan ervaren zonder tour. Simpelweg door te weten dat het oude Tibet veel groter is dan de plek die nu ‘Tibet’ wordt genoemd. In de gebieden die wel bij het oude Tibet horen, naar nu niet in de TAR (Tibetaanse Autonome Regio) liggen, kan je gewoon vrij rondlopen. Zonder tour en zonder permit, kan je hier de Tibetaanse cultuur en natuur leren kennen.
Zo kun je zelf reizen naar “Tibet”, zonder permit
Zonder volledig in te gaan op de geschiedenis en huidige situatie in Tibet, is het eigenlijk heel simpel. Vergelijk deze kaart maar eens met deze kaart. Je ziet dat op kaart 1 een veel groter gebied gekleurd is, dan op kaart 2. Gebieden in Noord India, Nepal en het huidige Bhutan horen allemaal bij het Tibetaanse cultuurgebied, maar liggen niet in het huidige Tibet. Ook een groot stuk van China is geel gekleurd. Hier liggen de Kham en de Ando regio. Wederom twee stukjes Tibet, buiten Tibet.
De grote vraag is dus een beetje, wat is “Tibet” nou precies en waar kun je vrij reizen?
De Kham regio ligt – gedeeltelijk – in de Chinese provincies Sichuan en Yunnan. De Ando regio voornamelijk in Qinghai. Je ziet het heel helder op dit plaatje. Dit zijn de plekken waar je je op kan richten als je Tibet vanuit China wilt ervaren zonder tour en permit. Wij bezochten tijdens onze reis vooral de Kham regio. Wat ik je zeker kan aanraden!
Onze route door China & Tibet
1. Chengdu
Zoals gezegd begonnen wij onze reis in Chengdu. De panda hoofdstad van China. En dat nemen ze au serieux hier. Alle hotels en hostels hebben wel iets met ‘panda’ in hun naam. En omdat google maps en China geen dikke vrienden zijn, is het bijna onmogelijk je panda hotel ook meteen te vinden. China en verdwalen gaan hand in hand.
Chengdu is trouwens zo verbonden met panda’s, omdat er een ‘panda breeding center’ gevestigd is. Hier worden panda’s onderzocht, en wordt de voortplanting gestimuleerd. Je kan de panda’s hier ook bezoeken. Maar er is nog veel meer te beleven in deze stad!
Denk aan de Sichuan opera, beroemd door de zogenaamde ‘face mask changing’. Een techniek waarbij een performer razendsnel zijn maskers wisselt, en zo steeds een nieuwe gezichtsuitdrukking krijgt. Verder zijn er schaduwspellen, zang en komische sketches. Je kan zelf ook veranderen in een opera artiest door jezelf volledig in de kleding en make up te laten steken.
Breng op een mooie dag zeker ook een bezoekje aan People’s Park, waar regelmatig gedanst wordt of je een theehuis kan bezoeken, en ga shoppen in de Tibetan Quarter. Waar je niet perse het echte Tibet gevoel krijgt, maar wel veel leuke winkeltjes kan vinden. De grootste mall van Azie vind je trouwens ook hier. Inclusief een groot tropisch zwemparadijs.
Een stuk minder toeristisch, maar wel leuk is de kruidenmarkt. Waar je bergen en bergen pepers ziet liggen, in allerlei soorten en maten. Waar men met regen graag een potje Mahjong speelt onder de afdakjes.
Aantal dagen: Wij zijn in totaal een week in Chengdu geweest. En we hebben ons hier al die tijd prima vermaakt. Het voordeel van zo lang blijven, is dat je op een gegeven moment de structuur van de stad begint te snappen. Maar met minder tijd, kom je ook prima uit. Afhankelijk van hoe leuk je steden vindt, zou ik je aanraden een dag of 3 a 4 te gaan.
2. Lijiang
Lijiang (spreek uit: LieDjang) is een beetje een gekke plek. De stad zelf is niet bijster interessant, maar er is een oud centrum – old town Lijiang – waar houten huisjes, bruggetjes en smalle straatjes elkaar afwisselen. Je waant je hier echt in Venetië! Sinds 1997 staat het op de werelderfgoedlijst.
Je vindt hier tempels, Black Dragon Pool Park – een van de meest gefotografeerde meren van China – en een overload aan winkeltjes en eetgelegenheden. Je kan je hier echt prima een paar dagen vermaken. Maar net als in Venetië vind je ook hier vele andere toeristen. Overdag is het al aardig druk, maar ’s avonds schrok ik echt. Je kan de straat zelf bijna niet meer zien, zo veel mensen zijn er!
Waarom is het dan een gekke plek? Omdat ik er een dubbel gevoel bij heb. Aan de ene kant heb ik het heel leuk gehad in Lijiang, en is het prachtig om te zien. Aan de andere kant voelt het niet authentiek. Het lijkt meer een attractiepark. Maargoed. Ook een attractiepark is best leuk op z’n tijd.
Ohja en een gouden tip: Ga zeker eten in de ‘markt’, de grote eethal. Hier heb je allerlei stalletjes aan de zijkant waar je de heerlijkste gerechten kan halen, en eet je op grote tafels in het midden van de hal. Vooral de noedelsoep hier is goddelijk!
Aantal dagen: Als je 3 dagen neemt kan je alles wel zien wat er te zien valt. Je zal je zeker niet gaan vervelen.
3. Shangri-La
Shangri-La heet eigenlijk Zhongdian. De naam Shangri-La komt uit de Roman ‘Lost Horizon’ van James Hilton. In dat boek is Shangri-La een paradijselijke plek in de Himalaya. Zhongdian werd in 2002 omgedoopt tot Shangri-La. Een stukje Chinese marketing, om de plek bij toeristen onder de aandacht te brengen. Want wie wil er nu niet naar het paradijs op aarde?!
Net als Lijiang heeft ook Shangri-La een mooie oude stad, vol houten gebouwen. In 2014 ging het echter goed mis. Een brand die niet op tijd geblust kon worden, verwoestte een groot deel van het centrum. In razend tempo is daarna alles weer teruggebouwd. Maar je ziet duidelijk nog het verschil tussen Lijiang en Shangri-La.
Vooral als het gaat over andere toeristen. Shangri-La is veel minder drukbezocht dan Lijiang. Waardoor je rustig door de straatjes kan slenteren. ’s Avonds dansen de locals op de pleinen, wat je zeker moet gaan zien!
Mijn hoogtepunt in Shangri-La was de tour die we boekten via Khampa Caravan. We kregen een Tibetaanse gids mee en zijn 2 dagen gaan hiken in de omgeving. De bergen in, door de yak velden, naar onze Tibetaanse homestay. ’s Avonds zaten we met onze familie-voor-1-nacht rond de kachel, dronken we yak thee en gingen naar het toilet in open veld. Want een toilet met spoelbak was nergens te bekennen.
Deze hike geeft je naast prachtige natuur een inkijkje in het dagelijks leven in Tibet. Wat absoluut meer dan de moeite waard is!
Aantal dagen: de oude stad heb je in 1 dag wel gezien. Voor een hike in de omgeving kan je zo lang uittrekken als je zelf wilt. Ik vond 1 nacht en 2 dagen hiken een goede balans.
4. Tiger Leaping Gorge
Tussen Shangri-La en Lijiang ligt een plek die zeker benoemd moet worden! Tiger Leaping Gorge. Een van de mooiste hikes van China, zegt men. Je kan hier 2 of 3 dagen hiken langs de kloof en door de omgeving.
Het staat niet bekend als een lichte tocht. Voor mensen met een goede conditie prima te doen, dat wel! Alleen omdat Sander destijds veel last had van zijn knie (iets met kruisbanden en voetbal) hebben wij dit overgeslagen.
Maar ik benoem hem wel! Ik hoor te veel goede verhalen om je deze plek niet aan te raden.
5. Litang
Vanuit Shangri-La hebben wij de bus genomen naar Litang. Een prachtige route! Litang zelf is op het eerste gezicht een gewoon stadje. Eentje met betonnen gebouwen en veel bouwputten. Maar als je daar voorbij kijkt, is het een heel bijzondere plek.
Niet in de laatste plaats om de ligging. Op ruim 4.000 meter hoogte ligt deze stad nog hoger dan Lhasa. En het is een belangrijke plaats binnen de Tibetaanse cultuur. Verschillende Dalai Lama’s zijn hier geboren. Je kan hun huizen bezoeken en zien dat de locals hun Dalai Lama’s nog altijd eren. Je voelt aan alles dat dit bijzondere plaatsen zijn. Ook zijn er kloosters. Sommigen in de stad, andere liggen prachtig in de omringende graslanden.
Vanuit Litang en omgeving is er veel verzet geweest rondom de inlijving van Tibet bij China, ook redelijk recent nog in 2007 tijdens het jaarlijkse paarden festival.
Kortom: Litang is heel fascinerend! Hoewel ik in het begin een beetje in de war was van deze stad (wat doen we hier precies?) had ik later spijt dat we al zo snel weer weggingen. Ik vertel je dat ook in de video hieronder.
Aantal dagen: Alleen de stad zelf heb je in max 2 dagen wel gezien. Als het weer het toelaat kan je ook nog wat tijd voor de omgeving uittrekken. Wij hebben dit niet gedaan, omdat het echt regende dat het goot!
Tibet & China video: Litang
6. Tagong
Een van mijn favoriete bestemmingen tijdens onze reis, was Tagong. Een klein, maar heel charmant dorpje. Met een groot klooster recht aan het centrale plein. ’s Morgens lopen de mensen om de muren van het klooster, draaien de grote gebedswielen en gaan geregeld op de knieën in een langdurig ritueel. Je kan het klooster zelf ook bezoeken. En er zijn mooie wandelingen te maken in de omgeving.
Wij besloten om het dak van de wereld – je zit hier nog op 3900 meter hoogte – eens op een andere manier te bekijken. Te paard! Via Angela van Definitely Nomadic maakten we een tocht over de hoogvlakte. Je ziet hier geen bomen, en zelfs bergen lijken nauwelijks hoog omdat je zelf al zo hoog zit. Het is echt het dak van de wereld. Uitgestrekt, eenzaam, en zo mooi!
Aantal dagen: Tagong zie je in ongeveer een halve dag wel. Het hangt ervan af hoe lang je nog in de omgeving wilt rondhangen. Wij deden een paarden tour van 1 dag. Je kan ook voor meerdere dagen gaan!
7. Danba
Voor we teruggingen naar Chengdu, hebben wij Danba nog bezocht. Wederom een plek waar ik moeilijk een vinger op kan leggen. De voornaamste aantrekkingskracht hier, zijn de Tibetaanse dorpen in de omgeving. De traditionele huizen liggen prachtig tussen het groen in de bergen. En vanaf bepaalde uitzichtpunten kan je mooie foto’s maken. Maar dat lijkt dan ook zo ongeveer het enige wat er te doen is…? Toegegeven, deze plek trekt veel Chinese toeristen. En er worden veel foto’s gemaakt. Maar wij zochten toch wel iets meer dan dat.
Het lastige in China is en blijft dat veel mensen geen Engels spreken. En wij zijn de plaatselijke taal niet machtig. Soms kom je er dus ook gewoon niet achter wat het ‘ding’ van een plek nou precies is. Uiteindelijk zijn wij maar gewoon achter wat mensen aan gehobbeld die wel Engels spraken, waardoor we op leuke plekken verzeild raakten. Zoals een hostel in de bergen, waar je je biologisch geteelde groenten zelf uit de moestuin kan halen om te koken. Waar we heel leuk hebben gekletst met Chinese toeristen. En toen we zelf omhoog liepen richting een van de dorpen, kregen we in no-time een lift en werden we bij een gezin thuis uitgenodigd. Ik vond Danba dus leuk, maar niet zo zeer om de ‘trekpleisters’.
Aantal dagen: ik zou 1 dagje in Danba blijven als je de huizen graag wilt zien en de mensen wilt ervaren. Voor meer dagen is er niet heel veel te doen.
Dus, is het mogelijk om individueel door Tibet te reizen zonder permit? Zeker wel!
Tijdens de reis die ik hierboven omschreven heb, hebben wij absoluut prachtige dingen gezien! En een inkijk gekregen in zowel de Chinese, als de Tibetaanse cultuur. We hebben kloosters gezien, zijn meerdere keren bij mensen thuis geweest, en hebben door de prachtige natuur gelopen. Het kan dus, Tibet zonder permit! En zonder gids. Tenzij je echt specifieke dingen of bepaalde kloosters in de Tibetaanse Autonome Regio wilt zien, kan ik je deze reis absoluut aanbevelen!